Inkomstenbelasting in de muziekwereld
Musici/Artiesten/DJ’s waarvan de inkomsten uit losse optredens worden verloond, worden in de inkomstenbelasting gezien als ‘freelancer’ of ondernemer (afhankelijk van de omstandigheden). Daardoor kunnen zij hun zakelijke kosten aftrekken.
Musici/Artiesten/DJ’s die alleen in vaste dienstbetrekking zijn kunnen geen beroepskosten aftrekken.
Alleen de volgende categorieën kunnen hun beroepskosten over 2015 aftrekken:
- degenen die in 2015 voor de loonbelasting onder de artiestenregeling vielen, met andere woorden: musici en artiesten van wie de losse optredens zijn verloond, al dan niet met gebruikmaking van de kleinevergoedingsregeling of een kostenvergoedingsbeschikking;
- degenen die bruto-inkomsten hebben genoten, bijvoorbeeld uit lesgeven, royalty’s of auteursrechten, of uit optredens die niet verloond hoeven te worden, zoals bij bruiloften het geval is;
- degene met een VAR-wuo die op factuurbasis hebben gewerkt.
De beroepskosten die je bij de betreffende vragen van het aangifteformulier
kunt opgeven, zijn de kosten die je hebt gemaakt om inkomsten uit arbeid (‘resultaat uit overige werkzaamheden’) of winst uit onderneming te verwerven.
Bij het resultaat uit overige werkzaam heden kun je de opbrengsten en de aftrekbare kosten afzonderlijk invullen.
Bij de winst uit onderneming moet je achtereenvolgens een kapitaalsvergelijking invullen (dit is de balans van de fiscale jaarrekening) en vervolgens
alle gegevens van de fiscale winstberekening (dit is de bedrijfseconomische winstberekening gecorrigeerd met fiscale vermeerderingen en verminderingen). Uiteindelijk resulteert dit in de belastbare winst uit onderneming.
De criteria op grond waarvan een artiest of musicus resultaat uit overige
werkzaamheden dan wel winst uit onderneming geniet, vallen in een paar
zinnen niet uiteen te zetten. Dit is van verschillende omstandigheden afhankelijk. Laat je eigen situatie zo nodig deskundig beoordelen.
Met dank aan Eloy Veldhuijzen, fiscalist bij Bouwman & Veldhuijzen.