Jack Pisters

Jack Pisters (57) is gitarist, docent en voorzitter van de Sena European Guitar Award. Hij speelde bij Anouk, Keith Caputo en diverse eigen bands en is als sessiemuzikant te horen in veel filmmuziek. In oktober viert hij het 20-jarig bestaan van de door hemzelf opgerichte popafdeling van het Conservatorium van Amsterdam.

Wat doe je nu?

‘Haha, heb je even? Ik ben artistiek leider van de popafdeling van het conservatorium, een mooie, maar intense baan. Datzelfde geldt voor de Amsterdam Electronic Music Academy, een 2-jarige associate degree opleiding, gericht op producers en dj’s met eigen muziek. Verder runnen we hier, ook in de Q-Factory, de Dutch School of Populair Music, voor jeugd vanaf 7 jaar.

Niet om kritiek te hebben, maar ik vond het onderwijs nogal gericht op: “Kan ik iets heel goed, kan ik heel goed gitaarspelen?” Dat is ook belangrijk, ik heb er volop aan meegedaan, maar ik vind het ook belangrijk dat mensen met die vaardigheden zelf iets nieuws toevoegen aan het bestaande.

De popafdeling is een hbo-opleiding voor mensen die het vak in willen, de Dutch School is bedoeld voor jonge mensen
om te kijken wat muziek en cultuur voor ze betekent. Tussen 7 en 13 jaar zijn er veel leuke bands die eigen werk maken. Bijzonder, dat ze meteen in een band met bas, drums en gitaar zelf teksten bedenken.
Bij degenen met serieuze ambities gaat zo rond hun vijftiende een vuur branden. Ze willen spelen, muziek maken, optreden, maar merken in de praktijk dat ze nog wat kennis, theorie en samenspelervaring missen. Dan kunnen ze zich voorbereiden op een eventuele vakstudie. Ontzettend veel bekende muzikanten zijn ooit zo begonnen. Als je het echt leuk vindt, ga je automatisch beter spelen, dingen maken, concepten bedenken, totdat je ineens tegen je grenzen aanloopt die je hier kunt verleggen. Na twee of drie jaar weet je dan of het ‘erin zit’ of dat je liever iets anders gaat studeren en muziek als hobby houdt.’

Het merendeel van de studenten is tussen de 14 en 24. ‘Wij kijken met maatonderwijs naar: wat wil iemand? Sommigen gaan de kant op van de muziekwetenschap of komen in de organisatie van de entertainmentindustrie. Wie door wil moet dat echt willen, het vuur moet wel blijven branden. Op onze vakopleidingen leren ze goed spelen, goed organiseren en goed te produceren. Ze worden zelf ook coach-docent, leren een bedrijf opzetten. Het is mooi als je plaat goed loopt, maar ook fijn om in een hbo-opleiding een basis te leggen om je vak vanuit verschillende kanten te kunnen aanvliegen.’

Is de opleiding geworden wat je je er twintig jaar gelden van voorstelde?

‘Ik zeg vaak ‘I’ve created a monster’, maar dat bedoel ik heel positief. Het is intens geworden. We vonden het ontzettend belangrijk om aan de weg te timmeren met alle leerlingen. Toen dachten we: hoe kom je ooit bij zoiets als DWDD? Uiteindelijk waren daar meer dan honderd bands te gast. Daarna denk je: wanneer gaan ze op Pinkpop staan? Eerst was er één band, na een paar jaar waren het er vijf of zes. Bands die op Glastonbury spelen, bands die internationaal toeren zoals DeWolff, My Baby, Navarone. Bands die Paradiso uitverkopen met eigen werk. Het is dus eigenlijk beter, groter geworden dan te overzien, maar dat is wel wat ik voor ogen had. Prachtig om dit met een geweldig team te kunnen doen op een conservatorium in een stad als Amsterdam. Mooi dat zo’n kwaliteitsbolwerk durft te innoveren en dat deze nieuwe richtingen ontstaan. Er zijn weinig instituten op de wereld met zo’n breed scala aan afdelingen. Van oude muziek tot het allermodernste. In het begin zeiden mensen: pop op het conservatorium, dat kan toch niet? Zelfs nu vragen mensen nog: is er dan een popafdeling? Laat staan dat je hiphop en dj’s opleidt. Zo’n jubileum is een mooi moment om te tonen wat hier gebeurt. Op 5 oktober hebben we een groot festival in de Melkweg, met grote bands.’

Pisters vindt het heerlijk om kennis van professionals over te brengen op diverse doelgroepen. ‘Van kids van 7 die de eerste keer in een bandje gaan spelen en opstandige jeugd die het allemaal anders gaat doen tot het begeleiden van een masterstudent die naar verdieping zoekt. In die zin zeg ik: ik heb de opleiding willen maken, die ik zelf had willen doen. Ik heb een fijne studietijd gehad, maar je kon niet je eigen muziek meebrengen of de vragen stellen waar je mee zat. Dat zelf uitzoeken is ook waardevol hoor, maar het was toch erg gescheiden. Ik heb een geweldige tijd gehad, eerst in Maastricht, daarna op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. De studio’s waren fijn, maar het is gek dat je in het weekend heel andere muziek speelt dan op school. Dat zou niet moeten hoeven.’

Wat heb je aan de Ntb/Kunstenbond gehad?

‘Ik ben lid vanaf mijn studietijd. Er was zoveel kennis niet voorhanden. In Muziekwereld stond veel informatie over wat er politiek speelde. Ik zag het blad ook als steun bij eventuele behoefte aan rechtshulp. Er is nu online veel meer kennis voorhanden, maar indertijd vond ik het fijn te kunnen lezen over ‘hulp bij plaatopnamen’. En ik heb al heel lang mijn instrumenten voor normale tarieven kunnen verzekeren via de Ntb/Kunstenbond.

Muziekwereld is hier ook voor de studenten beschikbaar.
Onderwerpen als tarieven, rechtsbijstand heb ik altijd belangrijk gevonden. Er worden hier ook lezingen gehouden, onder meer vanuit het Sena Muziekproductiefonds.’

Vanwege zijn intense job kwam Pisters de laatste jaren weinig toe aan optreden, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: ‘In het najaar doe ik met Leonie Meijer een kleine theatertoer. Het is voor mij belangrijk om bezig te blijven. Ik geef ook nog steeds gitaarles op het conservatorium, je moet toch een beetje in vorm blijven hè.’

Jimmy Tigges

Onder-de-leden-Muziekwereldnr.3_2023