Interview met zangeres Monica Akihary

Zangeres Monica Akihary hoopt dit najaar weer met Boi Akih op tournee te gaan. Tussen twee lockdowns in presenteerde de band het negende album: Storyteller.

Wat doe je?

Boi Akih mag weer. De band die improvisatie hoog in het vaandel heeft staan, trapte 18 juni af op Grounds en staat deze maand op Wonderfeel.  waarschijnlijk vliegen ze in het najaar weer de wereld over. Akihary droomt er wel eens van. ‘Korea, Canada, who knows. Het zou fantastisch zijn. Maar concerten geven in Nederland is natuurlijk al heel mooi. ’ Akihary vormt samen met haar partner Niels Brouwer de harde kern van Boi Akih, dat dit jaar zijn 24ste verjaardag vierde. Liefhebbers van de band komen superlatieven tekort om de muziek te beschrijven. ‘Fabelachtige zang en meesterlijk gitaarspel in eigen universum’, kopte de Volkskrant bijvoorbeeld boven een recensie van hun cd Yalelol. JazzNu zegt over Storyteller: ‘… nieuwe muzikale inzichten en een intrigerende mix van gecomponeerde en vooral geïmproviseerdemuziek…’

Ook taalwetenschappers die misschien niet veel met improviserende jazz ophebben, worden geboeid door deze  jazzstijl: Akihary zingt geregeld in het Haruku, een bijna uitgestorven Molukse taal. ‘We werken sinds 1998 samen met linguïsten uit Nederland en Australië die het Haruku bestuderen,’ vertelt Akihary, die de eilandtaal deels leerde van haar Molukse vader en het later in haar leven opnieuw oppakte. ‘Ik houd heel erg van improviseren en verzon vaak nieuwe klanken, een nieuwe klanktaal zeg maar. Toen zei Niels: “Waarom zing je niet in het Haruku, de taal van je vader? Dan hebben de klanken ook betekenis.” We hebben daarom vaak het geboorte-eiland van mijn vader bezocht om de cultuur en achtergrond van de taal beter te begrijpen.

Het is niet eenvoudig om je erin uit te drukken vanwege de beperkte woordenschat.’ Dat mensen er geen jota van begrijpen, doet er over het algemeen niet zo toe, is haar ervaring. ‘Ze vinden het vaak gewoon mooi, laten zich door de klanken meeslepen. We delen voor een concert wel eens boekjes uit met vertalingen. Maar je ziet bijna niemand in zo’n boekje kijken, ze laten het over zich heen komen.’ Het Haruku speelt ook weer een prominente rol in hun laatste album Storyteller, dat eind 2020 werd gepresenteerd in het Bimhuis. Voor het nieuwe album ontwikkelden ze samen met de Malinese koraspeler Zoumana Diarra een kora die naast de lange hals vol snaren nog twee vertakkingen kreeg, als een cactus die uit een kalebas groeit, behangen met vijfendertig snaren. Diarra en Brouwer ontwikkelden het instrument vooral om praktische redenen: om in alle toonsoorten te kunnen spelen, zouden er diverse kora’s binnen handbereik moeten zijn. De ‘cactus’ kan alle toonsoorten aan.

Helaas zat Diarra in het Bimhuis niet zelf achter het nieuwe instrument. ‘Hij is afgelopen zomer plots overleden. We hebben in Sekou Dioubate een jonge koraspeler gevonden die een nieuwe stap maakt in de ontwikkeling van de kora.’ Een ander unicum was dat er een kwartet in het Bimhuis optrad (naast de twee gastmuzikanten (Nippy Noya en Vernon Chatlein). Tijdens corona leerden Akihary en Brouwer Dodó Kis kennen, een klassiek geschoolde blokfluitiste met specialisatie oude muziek. Zij wilde heel graag een keertje spelen met Brouwer en Akihary, die ze al heel lang bewondert. Dat beviel zo goed, ‘dat je nu een vast onderdeel is van Boi Akih’. ‘Het is een fabuleuze muzikante met een ongelooflijk improvisatievermogen. We zijn enorm blij dat ze zich bij ons heeft aangesloten.’

Wat heb je aan de Ntb / Kunstenbond gehad?

Akihary is een beeldend kunstenares die rond haar dertigste besloot te gaan zingen. Ze werd meteen lid van de Ntb / Kunstebond om zo
‘elke cursus toe te doen die je maar kon volgen’. ‘Ik wilde alle aspecten rondom het vak van artiest leren beheersen, van boekingen en contracten tot btw. Niels en ik zijn van nature do-ityourself- mensen. We richtten in 2006 ons eigen label BROMO op.’ Akihary belde in het begin van haar carrière geregeld de Ntb / Kunstenbond als er weer eens wat gevraagd werd wat niet in het contract stond. ‘We zijn heel vaak zeer goed geholpen. Je moet sterk zijn als artiest.
Als iemand je bijvoorbeeld vraagt om een extra nummer te spelen hoort daar wat tegenover te staan.’ Akihary is ook twee termijnen bestuurslid bij de Ntb / Kunstenbond geweest. ‘Het is heel goed dat er ook muzikanten in het bestuur zitten. Als vakmuzikant denk je toch vaak: leuk bedacht, maar denk je dat dat werkt in de praktijk? In die zin ben ik blij dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen.’

MZW2_2021Def-onder-de-leden